Wat parentificatie voor mij betekent

Mijn moeder is 87. Ze is aan het opruimen. Voor mijn zus, 3 broers en mij heeft ze een eigen doosje gemaakt met daarin alle kaarten, foto’s, brieven en tekeningen van haar kinderen en kleinkinderen. Een mooie verzameling herinneringen. Mijn naam staat op de bovenkant geschreven: gezin Pieter.

Na het openen ontmoette ik veel bekende herinneringen: ansichtkaarten die ik haar stuurde, geboortekaartjes van mijn kinderen, foto’s van mij als kind en van mijn eigen kinderen op één stapeltje. Toen viel mijn oog op de blauwe luchtpostenveloppe. Zo één die we vroeger verstuurden als er een grote afstand moest worden overbrugd en het lichte gewicht van zo’n speciale enveloppe het versturen goedkoper maakte. Op 29 augustus 1980, ik was toen 17, schreef ik haar een brief. Mijn moeder was op dat moment naar Zuid-Frankrijk gereisd, naar een plek waar we met het gezin ook weleens verbleven. Nu was ze daar alleen, om uit te rusten, om aan de drukte van ons gezin en haar werk te ontkomen. Ik schreef:

‘Mam, probeer er wat van te maken. Rust goed uit en maak je over mij en de rest hier maar geen zorgen, want het gaat echt zijn gangetje wel. Probeer je nu echt eens te ontspannen. Ga eens die wandeling maken naar het dorp, over de brandweg, dat zal je goed doen, eens even lekker alleen zijn. Of de weg langs de oude Citroën, je komt dan bij het meertje uit. Niemand die zegt dat er nog wat moet gebeuren, geen wasgoed of een zeurende Pieter die weer wat van je wil. OK mam, ik hoop dat je er echt van geniet en huize Berger eens even helemaal opzijschuift. Tot gauw, met veel lieve kusjes, van je zoon Pieter.’

Ik las over mijn zorgen voor haar welzijn, mijn hulpvaardigheid, die verder gingen dan passend was voor mij als 17-jarige. Door deze brief begreep ik niet alleen, maar voelde ik werkelijk wat parentificatie voor mij betekent, hoe ik er onvoorwaardelijk voor haar was en daarbij mijn zoonsplek verliet. Hoe ik daarbij mijn eigen verlangens opzijschoof. Definities, omschrijvingen, systemische opstellingen ten spijt, deze brief van mijzelf aan mijn moeder maakte mijn over-verantwoordelijk zijn naar haar pas echt van mij. Helder beschreven in mijn eigen brief aan mijn moeder, op 29 augustus 1980.

By |2020-02-15T09:30:55+01:00januari 3rd, 2020|

28 jaar later…

Op een mooie dag in het jaar 1991 adviseerde mijn moeder om maar eens met Wibe Veenbaas te gaan praten. Ik was toen 28 en liep behoorlijk vast. Ik twijfelde over mijn koers en hoe die te vinden. Ik volgde haar advies op en zo ontmoette ik Wibe in zijn trainingsruimte in Overvecht.

Wibe raakte mij meteen met zijn vragen. Hij liet mij nadenken over wat in mijn geschiedenis maakte dat ik mijn koers kwijt was? Ik herinner mij nog goed hoe hij mij begeleidde met het lopen van mijn tijdlijn. Met mijn ogen dicht stapje voor stapje teruglopen in de tijd op een denkbeeldige lijn en stilstaan bij die belangrijke momenten in mijn leven, die maakten dat ik mijn eigen koers niet vinden kon.

Na een stevige buiklanding in 2009 zocht ik wederom contact met Wibe en vervolgde mijn reis bij Phoenix. Ik volgde de workshop Mannenkracht, de 3-jarige, Systemisch werk, Maskermaker en Professionele Begeleiding van Organisaties. Wederom was Phoenix een belangrijke plek voor mij waar ik kon thuiskomen, kon leren, kon vallen en weer opstaan.

Nu ben ik sinds juli zelf trainer van Phoenix en ontmoette Wibe weer, maar dan als collega-trainer. Ik had een mooi gesprek met hem in de aanloop van mijn aanstelling en weer inspireerde en stimuleerde hij mij om nu tevoorschijn te komen als trainer en mensen met mijn sprankeling uit te nodigen en te raken. Ik kon zo de uitnodiging voelen om als trainer én te leren én mijn inzichten en ervaringen door te geven

Een aantal weken geleden vroeg mijn 86-jarige moeder mij om even te gaan zitten. Ze wilde mij wat vertellen en wat vragen. Ze vertelde dat ze behoefte had aan reflectie, aan rust, ze wilde dingen van vroeger opruimen zonder er al te diep in te willen gaan. Of ik nog iemand wist die haar daarbij zou kunnen begeleiden. Ik was even stil en voelde de ontroering in mijn lijf. Ik ga haar nu na 28 jaar hetzelfde advies geven. Ik antwoordde dat ze maar eens met Wibe Veenbaas moest gaan praten. Ze heeft al een eerste gesprek met hem gevoerd.

 

By |2020-01-05T15:46:04+01:00januari 3rd, 2020|