About pieter

Deze auteur heeft nog geen informatie verstrekt.
So far pieter has created 16 blog entries.

4 en 5 mei

4 en 5 mei zijn dagen van herdenken en vrijheid vieren. Tot 2012, toen kwam daar voor mij een betekenis bij, die van het afscheid van zijn vader.

In de middag van 4 mei 2012 was ik nog even met mijn dochters naar de Pan, een speeltuin hier om de hoek. Mijn oudere broer had de avond ervoor al gebeld. Papa was opgenomen, ‘maar het zal wel weer meevallen’, zei mijn broer. Hij had wel meer klachten en vanwege zijn dementie was het niet helemaal duidelijk wat hij mankeerde. Die middag in de speeltuin belde mijn jongere broer. Als ik mijn vader nog levend wilde zien, dan moest ik nu komen en geen tram – zoals ik voorstelde – maar een taxi nemen. Nadat ik mijn dochters van de draaimolen en de schommel had geplukt, spoedde ik mij naar huis. Daar stond een grote zwarte fietskoffer klaar. Die avond zou ik naar Nice vliegen voor een weekje fietsen met mijn MTB. Ik belde mijn vriend om hem de vraag van de dokter voor te leggen: opereren of hem laten gaan. Hij is internist en antwoordde: ‘Opereren van deze complicatie op zijn leeftijd in zijn conditie, ligt niet voor de hand.’

Ik vertrok, niet richting Schiphol, maar naar het OLVG in Amsterdam. Mijn vader lag in bed, viel soms weg en er waren momenten dat ik contact met hem dacht te hebben. We keken naar elkaar zonder iets te zeggen. Arvo Pärt stond op. Soms dirigeerde mijn vader met zijn armen mee met de muziek, zoals hij zo vaak deed ‘prachtig, prachtig’, mompelde hij. Morfine kreeg hij al in behoorlijke dosis. We waren er allemaal, kinderen, een paar kleinkinderen, in die veel te kleine kamer in het OLVG.

Die nacht bleef ik samen met mijn jongere broer waken bij mijn vader, een half uurtje om de beurt slapen op twee stoelen die we in het verlengde van elkaar hadden gezet. Mijn vaders ademhaling veranderde gedurende de nacht van de zijne in een krachtige, regelmatige lijfsbeweging. Het lijf nam het over, zo leek het. In de ochtend kregen we wat te eten en te drinken en kwamen mijn zus en andere broers weer.

Die middag, toen we praatten over Johan Cruyff, werden de pauzes tussen zijn ademteugen steeds langer. Ik fluisterde ‘dankjewel Papa, ik ben je zoon en jij bent precies de goede vader voor mij, dank je wel’. Hij slikte nog één keer. De strijd was gestreden. En toen stopte zijn ademhaling, voor mij toch nog onverwacht. Ik besefte dat ik mij op dat laatste stukje van zijn reis tussen leven en dood niet voorbereiden kon. Lange tijd hield ik mijn handen onder zijn lijf, omdat hij daar nog warm was. Belde met mijn moeder, van wie mijn vader al jaren gescheiden was, en voelde dat verdriet het overnam.

4 en 5 mei zijn dagen geworden van herdenken, de vrijheid vieren én van herinneringen aan mijn vader en het afscheid. Het is rustig bij mij vanbinnen, de strijd en verschillen tussen hem en mij zijn op hun plek. Dankjewel Papa.

By |2024-07-15T17:35:38+02:00juli 15th, 2024|

Vallen en weer opstaan

Een paar dagen skiën met mijn broertjes in Val d’Aosta Italië, dat deden we, toen er nog geen corona was, ieder jaar. Ons verblijf in een hut op de skipiste op 2400 meter is bijzonder. De eigenaar die alleen Italiaans spreekt, het adembenemende uitzicht en de rust die intreedt als na sluiting van de skipiste alleen de logees van de hut overblijven. Heerlijk om in de ochtend de eerste skiër te zijn en in de namiddag de laatste. We hebben zo ons stekkie waar we aan het eind van een mooie dag nog wat eten om vandaaruit na sluiting van de liften de hut te kunnen bereiken.

Met een heerlijk abrikozen taartje achter de kiezen gingen we voor de laatste afdaling van de vrijdag. In mijn binnenzak zit mijn telefoon, met daarop de ski-track app, die het aantal afdalingen, hoogtemeters, aantal kilometers én mijn snelheid registreert. Hard en zonder bochten te maken naar beneden wil ik nog 1 keer, zeker nu de piste er zo goed als verlaten bijligt. Afdalen aan het eind van de middag is lastiger omdat er dan op de piste uitgesleten plekken zijn ontstaan, door de vele skiërs die daar hun bochten maakten. Mijn broer keek toe hoe ik de steile S-bocht, met onze hut in zicht, rechtdoor afdaalde. Alles ging prima totdat mijn ski’s zo’n uitgesleten plek tegenkwamen. De eerste hobbel ging ik over door de klap met mijn benen op te vangen. Bij het overgaan van de tweede hobbel zag ik in een flits mijn linker skischoen, zonder ski. In de val die daarop volgde verloor ik ook mijn rechter ski, waarna ik in een lange duikeling terecht kwam. Tot stilstand gekomen, liggend op mijn rug, overal sneeuw, bewoog ik mijn ledenmaten om te voelen of alles het nog deed. Daarna in looppas naar boven om mijn ski’s op te halen, die 10-tallen meters achter me in de sneeuw waren achtergebleven. Mijn broer bracht de andere, hij had zo’n geschrokken blik in zijn ogen en zei; ‘’gaat het Piet’’?

Thuisgekomen in de hut kon ik in mijn grafiekje in de app precies zien dat ik in een paar seconden van 80 kilometer per uur naar 0 tot stilstand was gekomen. Gezien de blauwe plek op mijn been had mijn ski bij het uitgaan kennelijk mijn been geraakt. Niets van gemerkt. Met die snelheid onderuit en dan helemaal niets ernstigs hebben. Ik voelde mij triomfantelijk. Vallen, opstaan, ski’s ophalen en weer door.

Herstellen na een val vraagt doorgaans geduld van mij. Geduld om de weg naar boven weer te vinden. Dit was een nieuwe ervaring. Een ervaring van risico nemen, hard vallen en als ik dan val, dan kan ik ook gewoon direct weer door. Wauw, dat kan dus ook!

By |2024-07-15T17:29:31+02:00juli 15th, 2024|

Parentificatie

Mijn moeder is 87. Ze is aan het opruimen. Voor mijn zus, 3 broers en mij heeft ze een eigen doosje gemaakt met daarin alle kaarten, foto’s, brieven en tekeningen van haar kinderen en kleinkinderen. Een mooie verzameling herinneringen. Mijn naam stond op de bovenkant geschreven: gezin Pieter.

Na het openen ontmoette ik veel bekende herinneringen, ansichtkaarten die ik haar stuurde, geboortekaartjes van mijn kinderen, foto’s van mij als kind en van mijn eigen kinderen op één stapeltje. Toen viel mijn oog op de blauwe luchtpost enveloppe. Zo één die we vroeger verstuurde als er een grote afstand moest worden overbrugd en het lichte gewicht van zo’n speciale enveloppe het versturen goedkoper maakte. Op 29 augustus 1980, ik was toen 17, schreef ik haar een brief. Mijn moeder was op dat moment naar Zuid-Frankrijk gereisd, naar een plek waar we met het gezin ook wel eens verbleven. Nu was ze daar alleen, om uit te rusten, om aan de drukte van ons gezin en haar werk te ontkomen. Ik schreef;

 

“Mam probeer er wat van te maken, rust goed uit en maak je over mij en de rest hier maar geen zorgen, want het gaat echt zijn gangetje wel. Probeer je nu echt eens te ontspannen. Ga eens die wandeling maken naar het dorp, over de brandweg, dat zal je goed doen, eens even lekker alleen zijn. Of de weg langs de oude Citroën, je komt dan bij het meertje uit. Niemand die zegt dat er nog wat moet gebeuren, geen wasgoed of een zeurende Pieter, die weer wat van je wil. Ok mam, ik hoop dat je er echt van geniet en huize Berger eens even helemaal opzij schuift, tot gauw, met veel lieve kusjes”, van je zoon Pieter

Ik las over mijn zorgen voor haar welzijn, mijn hulpvaardigheid, die verder gingen dan passend was voor mij als 17-jarige in de relatie met mijn moeder. Door deze brief begreep ik niet alleen maar voelde ik werkelijk wat parentificatie voor mij betekent, hoe ik er onvoorwaardelijk voor haar was en daarbij mijn zoons-plek verliet. Hoe ik daarbij mijn eigen verlangens opzij schoof. Definities, omschrijvingen, systemische opstellingen ten spijt, deze brief van mijzelf aan mijn moeder maakte mijn over-verantwoordelijk zijn naar haar pas echt van mij. Helder beschreven in mijn eigen brief aan mijn moeder, op 29 augustus 1980.

By |2024-07-15T17:29:02+02:00juli 15th, 2024|

Mijn moeder

Op een mooie dag in het jaar 1991 adviseerde mijn moeder om maar eens met Wibe Veenbaas te gaan praten. Ik was toen 28 en liep behoorlijk vast. Ik twijfelde over mijn koers en hoe die te vinden. Ik volgde haar advies op en zo ontmoette ik Wibe in zijn trainingsruimte in Overvecht.

Wibe raakte mij meteen met zijn vragen. Hij liet mij nadenken over wat in mijn geschiedenis maakte dat ik mijn koers kwijt was? Ik herinner mij nog goed hoe hij mij begeleidde met het lopen van mijn tijdlijn. Met mijn ogen dicht stapje voor stapje teruglopen in de tijd op een denkbeeldige lijn en stilstaan bij die belangrijke momenten in mijn leven, die maakten dat ik mijn eigen koers niet vinden kon.

Na een stevige buiklanding in 2009 zocht ik wederom contact met Wibe en vervolgde mijn reis bij Phoenix. Ik volgde de workshop Mannenkracht, de 3-jarige, Systemisch werk, Maskermaker en Professionele Begeleiding van Organisaties. Wederom was Phoenix een belangrijke plek voor mij waar ik kon thuiskomen, kon leren, kon vallen en weer opstaan.

Nu ben ik sinds juli zelf trainer van Phoenix en ontmoette Wibe weer, maar dan als collega-trainer. Ik had een mooi gesprek met hem in de aanloop van mijn aanstelling en weer inspireerde en stimuleerde hij mij om nu tevoorschijn te komen als trainer en mensen met mijn sprankeling uit te nodigen en te raken. Ik kon zo de uitnodiging voelen om als trainer én te leren én mijn inzichten en ervaringen door te geven

Een aantal weken geleden vroeg mijn 86-jarige moeder mij om even te gaan zitten. Ze wilde mij wat vertellen en wat vragen. Ze vertelde dat ze behoefte had aan reflectie, aan rust, ze wilde dingen van vroeger opruimen zonder er al te diep in te willen gaan. Of ik nog iemand wist die haar daarbij zou kunnen begeleiden. Ik was even stil en voelde de ontroering in mijn lijf. Ik ga haar nu na 28 jaar hetzelfde advies geven. Ik antwoordde dat ze maar eens met Wibe Veenbaas moest gaan praten. Ze heeft al een eerste gesprek met hem gevoerd.

By |2024-07-15T17:28:32+02:00juli 15th, 2024|

Corona

Het ligt prachtig, het verzorgingshuis van mijn schoonmoeder in Den Haag. Statige vrijstaande huizen, veel ruimte, veel groen, met uitzicht op de hockeyvereniging die werd opgericht in het jaar 1908. Mijn schoonmoeder is 91 jaar oud. Ze loopt wat minder makkelijk, slaapt overdag wat meer, maar verder is er eigenlijk niet heel veel veran- derd sinds ik haar voor het eerst ontmoette in het jaar 2000. Ik werd toen voorgesteld aan haar en aan mijn schoonvader door Saskia, met wie ik later trouwde. Die eerste ontmoeting vond plaats in het grote huis aan de Nicolaïstraat, wat sinds de terugkeer uit Nederlands-Indië, vlak na de Tweede Wereldoorlog, door de familie werd bewoond. Een huis met een vestibule in plaats van een gang.

Vorige week hadden we een afspraak met haar. En zoals dat gaat in coronatijd, was de ontmoeting gepland in de zogenaamde kletskamer van het verzorgingshuis. De kletskamer is gemaakt in de ruimte van de zijingang van het gebouw. Degene die bezoeken zitten in het voorpor- taal, de bewoner binnen, achter de schuifdeuren in de grote stoel. Mijn schoonmoeder mist ons en, zo vertelde ze, vooral de aanraking. ‘Even mijn dochter vasthouden, dat is wat ik het meeste mis’, zei ze.

Terwijl ze in het gedeelte achter de schuifdeuren ver- scheen, schuifelend op weg naar de grote stoel, zaten wij al klaar in het voorportaal. Toen gebeurde het. Als door een wonder vlogen plotseling de schuifdeuren open. Een technische storing, of hadden wij wat verkeerd gedaan? In elk geval was er na al die maanden even geen glas tussen mijn schoonmoeder en haar dochter. Ze schrok, strekte haar armen en keek haar dochter aan, die precies dezelfde beweging maakte. ‘O even vasthouden’, zei ze, als in een betovering en niet meer denkend aan de regels en de risico’s. En zo onverwacht als de schuifdeur opende, zo onverwacht sloot hij ook weer. Er was geen omhelzing geweest, daar ging het allemaal te snel voor.

Een omhelzing, of een fysieke aanraking van onszelf in contact met de ander, dat is elkaar ontmoeten op de externe grens. Contact maken in de aanraking met de ander maakt dat we voelen dat we bestaan. Het is essentieel en wordt zo gemist in deze tijd, vooral voor mensen die veel alleen zijn. En als door de corona-maatregelen dat helemaal wegvalt, dan ontstaat er zomaar een ontroerende situatie tussen moeder en dochter als de schuifdeuren van de kletskamer van het verzorgingshuis plotseling even opengaan.

In deze coronatijd ben ik als trainer bij Phoenix op een snelcursus geweest op de school voor interne grenzen. De interne grens gaat over wie we zijn, onze essentie, en of we daar toegang toe hebben. Werken met groepen in coronatijd maakt fysieke aanraking onmogelijk, zowel via Zoom als nu we elkaar weer treffen op 1,5 meter afstand in onze gebouwen. Juist nu de externe grens even niet meedoet, is het werken vanuit de interne grens als het ware wat uitvergroot. Wat moet ik als trainer meer, minder of anders doen, als we elkaar via Zoom of op 1,5 meter afstand toch willen ontmoeten? Hoe kan ik de cursist zonder fysieke aanraking toch ontmoeten, zodat er gewerkt kan worden met de persoonlijke vraag?

Deze school leerde mij dat werken vanuit de interne grens van mij vraagt om aanwezig te zijn in het moment en thuis te zijn bij mezelf. En bovenal weet te hebben van mijn eigen interne grens om mij vandaaruit te laten zien. Als ik mij als trainer laat zien, dan nodig ik de ander uit om datzelfde te doen en creëren we samen de bedding om elkaar op diep niveau te ontmoeten. Dan kunnen we aan de inhoud werken. Ik leerde hoe de naaktheid van het delen er kan zijn en hoe ik daarop kan vertrouwen ondanks het ontbreken van fysiek contact.

In de ontmoeting tussen moeder en dochter spatte de liefde ervan af. De hunkering naar het fysieke zo zichtbaar. Het bracht mij weer terug bij hoe ik dat thuis gewend was. Een thuis waarbij aanraking niet zo gewoon was. Mijn vrouw ontmoet haar moeder weer, de versoepeling rondom het coronavirus laat dat toe zonder glas ertussen. Even vasthouden gaat nog niet, maar een rugknuffel en de ontmoeting op 1,5 meter is fijn. De sterke verbondenheid tussen moeder en dochter blijft, ook in coronatijd.

 

By |2024-07-16T15:22:52+02:00juli 16th, 2023|

Overdracht

Overdracht is het herhalen van een ervaring uit het verleden in het hier en nu. Een herhaling van zetten, onbewust. In onze overdracht proberen we alsnog rond te maken, in het hier en nu, wat we gemist hebben. Overdracht is te herkennen als onze reactie in een bepaalde situatie in het hier en nu uit proportie is, groter dan wat passend is. We worden als het ware jonger in onze overdracht.

Overdracht is een uitnodiging om te leren, als je in staat bent je eigen aandeel in de overdracht te herkennen, uit je onbewuste op te halen, dan kan je jouw eigen leeruitnodiging zien, je eigen aandeel daarin nemen. Je leert ervaren wat nog niet rond is. We herhalen die dingen die nog niet rond zijn.

By |2019-05-11T12:56:04+02:00mei 10th, 2019|

Levensenergie

Mijn focus was om via prestatie voldoening te verkrijgen. Als ik nu maar heel erg mijn best doe, dan komt het goed. Mijn lijf bracht mijn hoofd ergens naar toe. Controle over een situatie bereikte ik door te beredeneren. Deze voldoening verschafte mij slechts een kort moment van rust. Mijn verlangen was om in balans te komen door van binnen te ervaren dat ik onderdeel ben. De signalen van mijn lijf te kunnen voelen, die mij informatie geven waar ik naar te luisteren heb.

By |2018-12-30T13:10:19+01:00december 22nd, 2018|

Vele wegen kent het leven

‘Vele wegen kent het leven,

maar van al die wegen is er één die jij te gaan hebt.

Die éne is voor jou, die éne slechts.

En of je wilt of niet, die weg heb jij te gaan.

De keuze is dus niet de weg, want die koos jou.

De keuze is de wijze, hoe die weg te gaan.

Met onwil om de kuilen en de stenen,

met verzet omdat de zon een weg die door de ravijnen gaat,

haast niet bereiken kan.

Of met de wil om aan het einde van die weg milder te zijn

en wijzer dan aan het begin.

De weg koos jou, kies jij ook hem?

Dag Hammarskjöld
By |2018-05-27T13:49:41+02:00mei 27th, 2018|

Leiderschap en Lidmaatschap

Leiderschap in een organisatie is de basis voor het eigen handelen en is de basis voor samenwerking met anderen. Maar leiderschap staat of valt met lidmaatschap. Kan en wil ik mij werkelijk verbinden met de organisatie, met mijn leidinggevende, collega’s en met mijn eigen rol en verantwoordelijkheden? Vanuit lidmaatschap ontstaat leiderschap als een natuurlijk onderdeel van mijn handelen. Leiders die niet daadwerkelijk lid zijn klinken hol. Lidmaatschap is de grond voor het aangaan van verbinding. Wie moed zoekt in leiderschap heeft stevigheid nodig in lidmaatschap. Veiligheid is een belangrijke voorwaarde om lid te willen en kunnen zijn. Om verbinding aan te gaan moet je je veilig voelen, zowel naar anderen als naar jouw eigen rol en verantwoordelijkheden. Veiligheid ontstaat als het bijvoorbeeld helder is wat er van mij als medewerker wordt verwacht, wanneer het goed of wanneer het fout is. Dat het helder is hoe we elkaar aanspreken en belonen. Dat het helder is wat we aan elkaar hebben, binnen de kaders van een professionele organisatie. Het inzichtelijkheid maken van resultaat afspraken (KPI’s) en de wijze waarop we dat monitoren vormt hierbij de basis.

By |2019-01-11T13:02:26+01:00april 5th, 2018|

Moed

Moed is bang zijn en je ding doen, de rest is overmoed

By |2017-12-23T14:41:49+01:00december 15th, 2017|
Go to Top